h

Statenvragen SP over REC Harlingen beantwoordt door GS

29 maart 2007

Statenvragen SP over REC Harlingen beantwoordt door GS

De door Ad van de Kolk (Factievoorzitter SP Fryslan) gestelde vragen over de eventueel te bouwen Reststoffen Energie Centrale (REC) te Harlingen beantwoorden wij als volgt.

  • 1. Zijn GS het eens met de stelling dat het onacceptabel is dat er een REC op Nederlands grondgebied gebouwd wordt als de centrale op basis van alleen Nederlandse afvalstromen onrendabel is? Zo nee, waarom niet?

    De geplande REC kan op Nederlands afval functioneren. De landsgrenzen voor verbranden als vorm van verwijderen zijn overigens opengesteld. Wij hebben geen bevoegdheid om invoer van afval tegen te gaan.

  • 2. Zijn GS het eens met de stelling dat het onacceptabel is om een eventueel te realiseren REC op Nederlands grondgebied Nederlands gemeenschapsgeld te gebruiken om buitenlands afval, met name uit Duitsland, te verbranden waarbij de kosten dus op de Nederlandse samenleving en het Nederlandse milieu worden verhaald, waarbij de baten naar Omrin gaan? (genoemd op pagina 7 van de startnotitie).

    De missie van Omrin is het verwerken van Fries afval op een milieuhygiënisch verantwoorde manier tegen zo laag mogelijke kosten. Om deze doelstelling te realiseren wordt de REC gebouwd op Friese schaal. 75 % van het te verbranden afval, wat wordt aangevoerd nadat er op de Wierde scheiding- en vergistingshandelingen hebben plaatsgevonden, is afkomstig van Friese huishoudens en bedrijven.

  • 3. Zijn GS ervan op de hoogte dat de feiten genoemd in vraag 2 realiteit dreigen te worden, en zo ja wat gaan zij er aan doen om dit te voorkomen?

    Zie de beantwoording van vraag 1.

  • 4. Zijn GS het met de SP-fractie eens dat onderzocht moet worden of de realisatie van een REC de gemeenschap, zowel vanuit economisch oogpunt als vanuit milieuoogpunt, inderdaad en aantoonbaar minder gaat kosten dan de stijging van de tarieven voor afvalverwerking die Omrin aandraagt als reden om een REC te realiseren? (Genoemd op pagina 9 van de startnotitie) M.a.w. kunnen GS de Friese burger verzekeren dat de te bouwen REC geen verhoging van de afvalstoffenheffingen ten gevolge zal hebben?

    De provincie Fryslân heeft in deze geen bevoegdheid.

  • 5. Zijn GS het eens met de stelling, dat er betere bestemmingen zijn voor de restwarmte van een eventueel te realiseren REC dan het vanuit milieuoogpunt zeer omstreden bedrijf Frisia Zout BV in Harlingen? (Genoemd op pagina 10 van de startnotitie.) Zo nee, waarom niet?

    In de door ons vastgestelde richtlijnen is vastgelegd dat Omrin in het MER moet omschrijven welke alternatieve afzetmogelijkheden er zijn indien de stoomafname door Frisia op korte of langere termijn of definitief moet worden beëindigd en wat de gevolgen daarvan zijn.

  • 6. Zijn GS van mening dat de extra industrie, die een eventueel te realiseren REC in Harlingen zal aantrekken, het omringende milieu extra zal belasten vanwege procesoptimalisatie? (Genoemd op pagina 10 van de startnotitie) Zo nee, waarom niet?

    Met het vaststellen van het bestemmingsplan voor het havengebied door de gemeenteraad van Harlingen en goedkeuring hiervan door GS is toestemming gegeven om het gebied te ontwikkelen tot industriehaven. Binnen het nu van kracht zijnde bestemmingsplan zijn bedrijven tot en met categorie 4 mogelijk, deze bedrijven moeten verder wel voldoen aan de van toepassing zijnde (milieu) wet- en regelgeving.

  • 7. Zijn GS het eens met de stelling, dat het onterecht is dat Omrin op dit moment alle mogelijke locaties behalve Harlingen uitsluit voor de eventuele realisatie van een REC? (Genoemd op pagina 10 van de startnotitie, nota bene tussen haakjes!) Zo nee, waarom niet?

    In de door ons vastgestelde richtlijnen voor het opstellen van het MER moet Omrin beschrijven waarom gekozen is voor de locatie Harlingen en aangeven wat de voor- en nadelen van een REC op deze specifieke locatie, ten opzichte van de locatie Ecopark de Wierde in Oudehaske, zijn. Wettelijk kunnen wij hierin niet verder gaan.li>

  • 8. Zijn GS er van op de hoogte dat in de Derde Nota Waddenzee als hoofddoelstelling genoemd wordt de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en tevens het behoud van het unieke open landschap?

    Ja.

  • 9. Zien GS in dat de realisatie van een afvalstoffenoven (ASO) in Harlingen en onmiddellijke nabijheid van de Waddenzee in strijd is met de hoofddoelstelling van de PKB Derde Nota Waddenzee? Zo nee waarom niet?

    In de MER en in de aanvraag voor de milieuvergunning zal door Omrin moeten worden aangetoond dat wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving. Dit zal door ons worden getoetst.li>

Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Fryslân,

drs. E.H.T.M. Nijpels , voorzitter

U bent hier