Fryslân

De raad van de gemeente Wûnseradiel in vergadering bijeen d.d. 21 januari 2008;

Onderwerp: Noodopvang;

De raad van de gemeente Wûnseradiel,

Overwegende dat;
- de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Rijk op 25 mei 2007 op grond van het coalitieakkoord “Samen Werken, Samen Leven” bestuurlijke afspraken hebben gemaakt omtrent de afwikkeling van de nalatenschap van de oude Vreemdelingenwet;
- de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in een brief van 25 mei 2007 aan Staatssecretaris van Justitie Albayrak – behorende bij het hierboven genoemde bestuursakkoord – bijzondere aandacht hebben gevraagd voor de beëindiging van de Noodopvang;
- de inspanningen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) in het project Noodopvang van de Vereniging van Friese Gemeenten hebben geleid tot positieve resultaten;
- de inspanningen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) in het project Noodopvang van de Vereniging van Friese Gemeenten hebben geleid tot positieve resultaten;
- op basis van het bestuursakkoord geconcludeerd moet worden dat de zgn. Nieuwe-Wetters niet onder de verantwoordelijkheid van gemeente of provincie vallen;

Is van oordeel dat:
- gelet op bovenstaande, beëindiging van de Noodopvang door gemeenten gewenst is;
- van vrijwilligers niet langer verwacht mag worden dat men de verantwoordelijkheid voor de Noodopvang op zich neemt;
- de officiële hulpinstanties (Vluchtelingenwerk) zich niet langer – evenals de vrijwilligers – in een positie gedwongen moeten zien om de zorg over nieuwe doelgroepen op zich te nemen, waardoor het risico bestaat dat de problematiek van de Noodopvang zal blijven;

Spreekt uit:
- dat het Rijk - op basis van de gemaakte afspraken in het bestuursakkoord tussen de Staatssecretaris van Justitie en de Vereniging van Nederlandse gemeenten – de problematiek met betrekking tot de Noodopvang definitief naar zich toe moet trekken en de volledige verantwoordelijkheid van de asielzoekers in de Noodopvang op zich moet nemen.

en gaat over tot de orde van de dag.