h

Algemene beschouwingen bij de kaderbrief

30 juni 2010

Algemene beschouwingen bij de kaderbrief

In de Provinciale Statenvergadering van 30 juni 2010 werd de kaderbrief behandeld en naar aanleiding daarvan waren ook de algemene beschouwingen. De bijdrage van SP-fractievoorzitter:

Voorzitter,

Voor ons ligt de Kadernota 2011.
Een nogal vaag stukje papier waarin niet werkelijk wordt ingegaan op de problemen en bezuinigingen die op ons af zullen komen in de komende jaren.
Er valt o.a. te lezen:
“Dat maakt dat wij zullen moeten komen tot een gestructureerde uitfasering van onze inzet van middelen voor meerjarige beleidsdoelen, op een dusdanig wijze dat dit niet compromitteert met de door ons beoogde ruimtelijk-economische en sociaal-maatschappelijke beleidseffecten op de Fryske mienskip.
Gedeputeerde, geeft u nu toch eens duidelijk aan hoe het gaat komen of zegt u ons toch in ieder geval toe dat u nog voor de kerst met een concreet voorstel komt over de totale omvang van de bezuinigingen, nu en in de komende jaren, ook na 2014. Waarom doet u daar zo vaag over?
Ook wordt er geen duidelijke aanzet gegeven om het debat over de opgedrongen takendiscussie nu eens werkelijk ter hand te nemen en onze politieke keuzes werkelijk neer te zetten. Een discussie die ik overigens zie als het begin van de sloop van het huis van Thorbecke waarbij men fijntjes de façade overeind laat staan.
Het lijkt op het eerste gezicht misschien nog wel iets maar als je goed kijkt zie je dat het huis erachter er eigenlijk niet meer staat of leeg is.
Een zorgelijke ontwikkeling die de laatste jaren steeds meer toeneemt en die wij in dit huis al meerdere malen hebben gesignaleerd en aangegeven. Een ontwikkeling die niet alleen plaatsvindt op het gebied van de takendiscussie, maar ook op vele andere gebieden waar wij als provinciale politiek bij betrokken zijn en waar we onze burgers mee raken. Ook vandaag zullen, met alle respect, de theoretici weer volop aan het woord zijn en ons haarfijn en vooral theoretisch kunnen uitleggen dat ten minste de gevel van Thorbecke’s oude huis tot in de puntjes verantwoord is en klopt tot drie decimalen achter de komma. Het huis erachter wordt echter steeds minder herkenbaar voor de burger en dat zou ons allen nog meer aan het hart moeten gaan dan komma’s en punten op de goede plaats.

De politieke instrumenten worden overigens wel met veel vakkundigheid en verve bespeeld en concerten in de vorm van hoorzittingen bijvoorbeeld worden veel gegeven.
Maar dat zijn dan wel concerten waarin men alleen zichzelf wil horen spelen, Concerten waar de burger niet bij wordt betrokken ook al wordt deze schijn wel gewekt, deze façade wel opgetrokken. De burger mag in de zaal plaatsnemen als publiek en zich vergapen aan de inspanningen van degene die het concert hebben geregisseerd. De burger als deelnemer serieus nemen zodat het voorgeschreven en strak geregisseerde concert wel eens een andere vorm zou kunnen krijgen dan eerder bedacht is er echter niet bij.
Nee, er wordt eigenlijk verwacht dat er alleen applaus mag volgen van het publiek, onze burger. Geen dissonant boe-geroep of wanklank, laat staan gefundeerde kritiek over wat er gespeeld wordt. Deze verkiest men niet te horen, want wat weet deze simpele burger nu van goede muziek af?
De vraag is wat dit publiek dan gaat doen als zij alleen maar mogen dienen als klapvee?
Zij zullen deze strak geregisseerde concerten steeds vaker de rug toe gaan keren. We zien het nu al om ons heen. Al heel lang geven de SP maar ook andere oppositiepartijen aan dat de dictaat van de meerderheid niet hetzelfde is als democratie. De oppositie vertegenwoordigt een substantieel deel van de bevolking.
Die kunnen en mogen niet worden genegeerd
Want anders zullen deze burgers op zoek gaan naar een werkelijk huis achter de façade. In ieder geval een huis dat nog wordt herkend.
Een beweging die tijdens de laatste verkiezingen pijnlijk duidelijk geworden.
Want voorzitter. Je kunt één mens een enkele keer voor de gek houden maar je kunt niet alle mensen altijd voor de gek houden.
Een waarheid als een koe. Iets voor boven het bed van elke politicus; ook mijn bed.
Men ziet trouwens ook letterlijk dat de kunst- muziek- en cultuurbeleving van met name gewone mensen maar vooral onze kinderen steeds meer wordt beperkt en verschraalt. Vooral voor de sociaal zwakkeren. Weliswaar wordt er door de provinciale Staten nog iets in de lucht gehouden maar er worden geen serieuze en concrete pogingen ondernomen om culturele infrastructuur in de gemeenten in stand te houden, en dan heb ik het niet alleen over kerken en steen. Dan heb ik het over het doven van wat kleur in een steeds grijzer wordende maatschappij.
Een mens heeft meer nodig om te leven dan brood alleen en dat wordt niet meer of nauwelijks nog onderkend.
De kille cijfers en efficiëntie staan dat klaarblijkelijk niet toe.

Ook op sociaal gebied blinkt de provincie uit in het overeind houden van een façade die telkens moet balanceren op een slap koord en daar nauwelijks overeind blijft. Waar dat slappe koord aan is vastgemaakt is wederom vaak onduidelijk, want er is blijkbaar geen belang bij om het sociale huis, dat bestaat uit de maatschappelijke organisaties en hun vrijwilligers werkelijk te vullen met de rijkdom die solidariteit brengt. Ook hierover wordt niet duidelijk stelling genomen. Ook hier zullen vooral de sociaal zwakkeren er de harde, bittere pillen van te slikken krijgen.
En ondertussen drijft men de burger, waar het eigenlijk toch om gaat, steeds verder van zich af. Men stelt te gemakkelijk dat de burger zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen en heeft dat vertaald naar privatisering, marktwerking en deregulering en dit leidt steeds meer tot individualisme en toenemende vervreemding en verharding van de maatschappij.
De laag die daar voordeel van heeft is naar verhouding veel te klein, naar onze mening.
Gelukkig begint het besef steeds meer door te dringen dat dit een heilloze weg is, zoals onze fractie hier al jaren probeert uit te leggen. De wetenschappelijke Raad voor het regeringsbeleid geeft ons daar nu gelijk in, zoals te lezen in het Friesch Dagblad van 29 juni. Ook de Raad concludeert dat de overheid steeds meer als anoniem wordt ervaren. Er is steeds minder participatie in beleid. Men keert zich steeds meer af. Zijn daar voorbeelden van in Fryslân? Jazeker. Zeer vele.
Ik zal er een paar noemen die, naar onze mening, voorbeelden zijn van façade politiek en die geleid hebben of zullen leiden tot verlies van vertrouwen in bestuur en overheid.
- De meest recente is natuurlijk de Centrale As, maar ook de N381 en de REC in Harlingen.
- De teloorgang van het culturele onderwijs en faciliteiten (zelfs het VNO-NCW wijst de Staten hier nadrukkelijk op.)
- De disrespectvolle manier waarop men omgaat met It fryske gea en de milieufederatie, maar ook met gedupeerden van de paalrot.
- Bezuinigingen op sociale taken en schoffering van maatschappelijke organisaties onder het mom van een vage takendiscussie waar, zoals ik al eerder opmerkte, geen sprake is van een duidelijke politieke stellingname of visie.
- De herindelingen en de manier waarop daar mee wordt omgesprongen, ook door de gemeenten. U praat erover alsof het een autonoom proces is, maar is het niet zo dat de provincie wel degelijk een leidende rol heeft?
En zo komen we dan ook bij de kwestie van de verkoop van Nuon aan Vattenfall:
U zei toch ook, gedeputeerde, dat we moesten splitsen en dat daarom Nuon verkocht moest worden?
Maar dat blijkt dus helemaal niet waar te zijn en nu zijn we Nuon kwijt. We hebben, niet alleen in Fryslân maar landelijk alles verkwanseld terwijl dat dus eigenlijk wederrechtelijk is geweest.
Wat gaat er nu gebeuren?
Wat gaat er met de opbrengst gebeuren?
Gaan we met z’n allen achter slot en grendel?
Waarom heeft u ons dat speculatieve avontuur in gesleept terwijl de SP u de hele tijd al zei dat dit onverstandig was?

Dank u wel.

U bent hier