Opiniestuk: Hoe het CDA de werkelijkheid naar z’n hand zet
Opiniestuk: Hoe het CDA de werkelijkheid naar z’n hand zet
In de Statendiscussie over de subsidiëring van maatschappelijke organisaties werd Cees Vos, de woordvoerder van het CDA, gevraagd wat er volgens het CDA bedoeld werd met ‘lokaal tenzij’. Vos verwees toen naar het hoofdartikel van die ochtend in het Friesch Dagblad. Daarin zou prima verwoord zijn hoe het CDA hierover dacht. Ik had het artikel die ochtend vluchtig gezien, maar niet echt met aandacht gelezen. Maar ik had meteen het gevoel: dit klopt niet.
Thuisgekomen na afloop van de vergadering heb ik natuurlijk meteen het Friesch Dagblad erbij gepakt. Het is bekend, en daar pleitte Vos ook voor, dat het CDA helemaal af wil van de maatschappelijke organisaties. Dus ik was benieuwd hoe het Friesch Dagblad dat onder woorden zou brengen, met een uitleg van het ‘lokaal tenzij’. Toen brak mijn klomp.
Het Friesch Dagblad: “De provincie kan besluiten dat het sociale domein bij de gemeenten hoort en op diverse dossiers is dat ook zo – maar met deze houding dreigt belangrijk sociaal-maatschappelijk werk te versnipperen of zelfs te verdwijnen.” En het hoofdartikel besluit met: “Een logische uitleg van ‘lokaal tenzij’ is: tenzij iets op provinciale schaal effectiever werkt dan lokaal. En dat is zo in het geval van de maatschappelijke organisaties.”
Als het CDA zich achter deze opvatting schaart, dan zou dat tot een heel andere opstelling in het debat over de maatschappelijke organisaties moeten leiden. De werkelijkheid is natuurlijk dat Vos een verwijzing naar het Friesch Dagblad van diezelfde ochtend wel handig vond, in de wetenschap dat niemand de tijd had gehad om dat goed te lezen. Dat hij daarbij en passant een totaal verkeerde voorstelling van het genoemde hoofdartikel gaf, ach, wie let er op? Het CDA is van oudsher gebouwd op het vertellen van sprookjes en dat doen ze dus nog steeds.
Jacob W. van der Hoek