h

minister Kamp zaait wind maar oogst storm

13 maart 2015

minister Kamp zaait wind maar oogst storm

door Eric Smaling, Fenna Feenstra, Wim Moinat en Sandra Beckerman

De drie noordelijke
provincies krijgen het de laatste tijd flink voor de kiezen. Het sinistere gaswinningsdrama in Groningen steekt er natuurlijk met kop en schouders bovenuit, maar we zien ook dat de Waddenzee in toenemende mate een speelvijver wordt waar iedereen naar hartenlust kan vissen, zoutwinnen en (Terschelling!) boren naar gas.

Daarnaast worstelen de provincies met een forse hoeveelheid windmolens die geplaatst moet worden in het kader van het landelijk Energieakkoord. Begin februari besloot
minister Kamp dat er vijftig enorme windturbines komen in de Drentse
Veenkoloniën. Helaas kiest hij voor een van bovenaf opgelegde manier van werken, gesteund door wetgeving die tegenstribbelen door provincie en gemeente praktisch onmogelijk maakt.

Voorlopig werkt het voor geen meter, want noch in het IJsselmeer voor Makkum, noch in de weilanden bij Meeden, noch in het Drentse veenkoloniale gebied is sprake van veel steun, laat staan enthousiasme.

Over draagvlakonderzoek in de gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn wordt gezegd: ‘ik neem het mee in de besluitvorming’, maar als puntje bij paaltje komt is daar niets van te merken. Het autoritaire aanwijzen van locaties is een gemiste kans en kan er toe leiden dat
duurzame energie een negatief imago krijgt.
Dat laatste zou doodzonde zijn, omdat een groot deel van de bevolking vindt dat we
van fossiele op duurzame energievoorziening moeten overstappen. Sterker nog: veel mensen vinden het leuk om actief bij te dragen, door meer op het eigen gedrag te letten, de woning beter te isoleren,
zonnepanelen op het dak te leggen, zich aan te sluiten bij een energiecoöperatie, op groene stroom over te stappen. Niet alles gaat in één keer goed, zoals de invoering van het energielabel en de kosten van stadsverwarming laten zien.

In de mix van mogelijkheden speelt ook windenergie een rol. Maar windmolens in de achtertuin is iets anders dan zonnepanelen op het dak. Vaak hebben bewoners wel de lasten, zoals geluidsoverlast of slagschaduw maar niet de lusten. Er zullen dus afwegingen gemaakt moeten worden, waarbij afstand tot bebouwing, aandeelhouderschap en compensatie voor verlies aan woningwaarde allemaal aan bod komen.

Windenergie moet onderdeel worden van bredere duurzame energieprogramma’s waar een buurt, gemeente of een regio zelf voor tekent. Die programma’s kennen dan
meerdere routes naar hetzelfde duurzame doel (in megawatts), waar besparen, duurzaam opwekken, opslaan en hergebruiken allemaal deel van uitmaken. Het sociale potentieel is groot omdat het nieuwe vormen van samenwerken op lokaal niveau mogelijk maakt en daar ook banen
creëert. Het alternatieve programma Fryslan
foar de wyn bijvoorbeeld heeft lokaal
draagvlak als uitgangspunt genomen en slaagt er toch in de megawatts te realiseren die nodig zijn om voldoende tempo te maken met duurzame energie.

De minister houdt echter star vast aan zijn benadering waarbij bewoners weinig in de melk te brokkelen hebben. Dat is bijzonder onverstandig en al helemaal in Groningen, waar het vertrouwen in de rijksoverheid tot onder het nulpunt is gedaald. De
energierevolutie moet van de mensen zelf zijn, anders wordt het geen succes. En als windmolens daar bij horen moeten de mensen in het Noorden het gevoel hebben dat het hún molens zijn en niet die van de
minister of een paar boeren of bedrijven. Want dat laatste ondermijnt ook nog eens de onderlinge relaties in de doorgaans hechte
gemeenschappen die we in het Noorden gelukkig nog kennen.

Wim Moinat, Fenna Feenstra en Sandra Beckerman zijn lijsttrekkers van de SP in respectievelijk Drenthe, Fryslân en
Groningen.  Eric Smaling is Tweede Kamerlid voor de SP.

 

 

U bent hier