h

Gans in onbalans

7 juli 2017

Gans in onbalans

De ganzenschadevergoeding is een te grote kostenpost. De oorzaken van dit probleem zijn divers: de enorme open weidevelden met plofgras (eiwitrijk gras) zijn voor ganzen heel gunstig om te overwinteren en ook de klimaatverandering doet er geen goed aan. In de provincie zijn wel aangewezen fourageergebieden (plekken waar ganzen ongestoord mogen overwinteren) maar ganzen wordt niet echt geleerd dat ze daar naar toe moeten.  De praktijk is nu zelfs dat ganzen van het ene weiland naar het andere weiland worden verjaagd met als gevolg dat de daarna extra hongerige gans het gras van de buurman op eet.  Slecht voor de gans en slecht voor de boer.

Aan het begin van de coalitieperiode hebben SP, VVD, CDA en FNP afgesproken dat er iets moet gebeuren aan de hoeveelheid schade die de ganzen veroorzaken. De SP heeft er altijd op gehamerd dat oorzaken aangepakt moeten worden en dat niet alleen de gevolgen worden gecompenseerd. De huidige verjagingsmethodiek is niet wat men graag wil, maar bovenal moeten de plofgrasvelden veel diverser. Om die reden heeft de SP gepleit voor een transitiefonds landbouw waarmee de overgang naar duurzamere landbouw en kruidenrijke grasvelden wordt gestimuleerd. Afgelopen Statenvergadering hebben de Staten daar €3 miljoen voor uitgetrokken. Daarnaast heeft De SP ook gevraagd om bescherming van zeldzame Friese rassen (flora en fauna), ter bevordering van de biodiversiteit; deze motie is aangenomen. Samen met de VVD heeft de SP ook gepleit voor een professioneel verjagingsteam. Dit team moet de ganzen leren waar de fourageergebieden zijn. Studies wijzen uit dat dit effectiever en diervriendelijker is dan verjaging door “hobbyjagers.” Beter voor boer en gans.

De afspraak uit het coalitieakkoord heeft gestalte gekregen in een voorstel waar boeren minder vergoed krijgen en de ganzen meer geleerd wordt waar ze wel mogen eten. Het is een compromisvoorstel. Zo wil de SP dat er voldoende fourageergebieden per 1 november 2017 aanwezig zijn zodat dit nieuwe beleid tot uitvoering kan worden gebracht. Ook moet het beleid op korte termijn worden geëvalueerd, zodat de aanpak eventueel weer kan worden aangepast.

We zijn we blij dat boeren nu meer gestimuleerd worden om hun grasvelden aan te pakken en hiermee dus één van de oorzaken ganzenoverlast. Het begin van een mogelijke fundamentele verandering naar een duurzamere wereld​.

Renny van der Heide, woordvoerder landbouw en natuur

U bent hier