Natuurdoelanalyses (NDA’s)
Natuurdoelanalyses (NDA’s)
De SP Statenfractie Fryslân is blij met de Natuurdoelanalyses (NDA’s) omdat niet alleen de stikstof bepaalt hoe de staat van een natuurgebied zich ontwikkelt Dat is afhankelijk van meer factoren, zoals droogte of recreatie. De regering gaat er in haar beleid van uit dat het al dan niet overschrijden van de stikstofneerslag (Kritische Depositiewaarde, KDW) in een natuurgebied bepalend is voor de staat van dit natuurgebied. Hoewel een overdaad aan stikstofdepositie invloed heeft op de vegetatie en een risico vormt voor het voortbestaan van sommige plantensoorten in die gebieden, is dit een risico te midden van vele andere risico’s. De staat van een natuurgebied kun je niet alleen afmeten aan een teveel aan stikstof (KDW’s). Daarvoor zijn veel meer factoren van invloed. Goed natuurbeleid bestaat uit het afwegen van risico’s en maatregelen.
Als we ons alleen richten op stikstofdepositie en niet op de daadwerkelijke staat van dat natuurgebied, zal alleen het terugbrengen van de stikstofdepositie niet leiden tot het resultaat dat we willen bereiken. Stikstofdepositie kan prima gebruikt worden als richtlijn, maar moet niet het hoofddoel zijn. Het hoofddoel moet zijn: een natuurgebied dat in evenwicht is en een goede biodiversiteit heeft.
De regering zegt dat ze stuurt op natuurinclusieve en circulaire landbouw van kleine agrarische bedrijven die werken in harmonie met natuur als uitweg uit deze stikstofcrisis. In het stikstofbeleid wordt er echter niet op deze doelen gestuurd, maar alleen op de uitkomsten van een rekenmodel dat we bedacht hebben om de stikstofdepositie te meten. En we krijgen waarop we sturen: een stikstofdepositie die gebaseerd is op een wiskundig rekenmodel en niet op de werkelijkheid.
Er zijn wel veel aanwijzingen dat dit beleid juist leidt tot wat de regering zegt niet te willen. Want als je kijkt naar de niet werkende innovaties om de stikstofdepositie terug te dringen, zullen de mega ligboxstallen met slecht werkende luchtwassers en niet werkende mestscheiders blijven bestaan en zal de kleine (biologische) boerderij met koeien in de wei verdwijnen!
Natuurbeheer is altijd een afstemming tussen allerlei belangen. Het veranderende karakter van de natuur. De altijd veranderende omgevingsomstandigheden zoals weer en klimaat. De veranderende gewoontes en voorkeuren van de Nederlandse inwoners. De toename van de bevolking. De aanwezigheid van natuurlijke voor- en nadelen voor bepaald terreingebruik. De invloed op de economie en toegankelijkheid. Dit en nog veel meer moet continu worden meegewogen bij het beheer van agrarische en niet-agrarische natuur. Dit zijn keuzes die je niet zou moeten maken als je alleen kijkt naar een juridisch kader en een strikt wiskundig rekenmodel. Dit is alleen mogelijk door vakkundig beheer, dat niet alleen steunt op cijfers, metingen, wiskunde en wetmatigheden, maar ook op intuïtie, instinct, kennis en ervaring van echt betrokken vakmensen en bestuurders. Deze belangenafweging wordt nu achterwege gelaten. De toekomst van onze landbouw, de inrichting van ons landschap, de manier waarop we de prioriteiten stellen en middelen verdelen in het natuurbeheer zijn nauwelijks het gevolg van een op een langetermijnvisie gebaseerde afweging. Veel meer is het een toevallig gevolg van een wiskundig rekenmodel dat rekening houdt met maar één factor, stikstof! Op deze manier krijgen we niet de landbouw, het landschap en de natuur die de regering zegt te willen. In feite komt het erop neer dat Nederland op deze manier juist niet bestuurd wordt.
De Europese regelgeving waar Nederland zich op zegt te baseren, stelt geen eisen op het gebied van stikstofdepositie, maar stelt slechts dat de staat van instandhouding van een natuurgebied niet mag verslechteren. De stikstofdepositie (KDW) kan hierbij een hulpmiddel zijn, maar er staat nergens geschreven, dat stikstofdepositie het doel op zich moet zijn.
Het beleid moet gericht zijn op het doel dat we willen bereiken. Als er een politieke keuze is gemaakt om dat doel te bereiken, dan dient het beleid ook gericht te zijn op dit doel. Wie bijvoorbeeld streeft naar circulaire landbouw, moet ook beleid maken dat zich richt op circulaire landbouw. Wie minder fijnstof wil, moet beleid maken om fijnstof aan te pakken. Wie een lagere veedichtheid wil, moet zoeken naar manieren waarop landbouw, voedselvoorziening, natuur en leefomgeving in evenwicht met elkaar kunnen bestaan. Daarbij is de weg van geleidelijkheid effectiever dan een rigoureuze en omvangrijke herinrichting van het platteland. Vooruitgang wordt vaak sneller behaald door maatwerk, dan met zeer specifieke en hoge technische ingrepen die niet het resultaat geven dat op de tekentafel is beloofd. Goed landbouw- en natuurbeleid steunt meer op de ervaring en de intuïtie van de vakman, dan op de schijnbaar allesomvattende berekeningen van de wiskundige of de tunnelvisie van activisten. Goed landbouw- en natuurbeleid moet, kortom, niet gebaseerd zijn op onrealistische romantiek, maar op realisme. Wie de grootte van de boerenbedrijven wil beperken, moet hier rechtstreeks beleid op maken en moet zorgen voor een normaal verdienmodel voor kleine bedrijven. De kans dat door het huidige stikstofbeleid de doelstellingen worden bereikt is beperkt. De kans dat ons land zich ontwikkelt op een manier die we niet willen, met bio-industrie en megastallen, is veel groter.
Wie effectief natuurbeleid wil hebben, en streeft naar een landbouw en een voedselvoorziening in harmonie met de natuur en de omgeving, moet uitgaan van de realiteit. De realiteit is dat belangen tegenstrijdig kunnen zijn. De realiteit is dat de natuur zich niet laat sturen. De realiteit is dat er een open Europese mark bestaat. De realiteit is dat Nederland een zeer dichtbevolkt land is en alleen maar dichtbevolkter wordt. De realiteit is dat alleen die agrarische bedrijven overleven die een normaal verdienmodel hebben. De realiteit is dat een goed natuurbeleid van zoveel factoren afhangt, dat het niet vanachter het bureau eenduidig, wiskundig en met de kalender kan worden berekend.
Uitgaand van die realiteit moet gezocht worden naar manieren waarop landbouw, voedselvoorziening, natuur, toerisme, energieopwekking, huizenbouw en leefomgeving in harmonie met elkaar kunnen bestaan.
Zie Natuurdoelanalyses voor stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden | Fryslan voor de Fryske NDA's.
Reactie toevoegen